Van wie was Karel VII van Frankrijk?
Antoinette de Maignelais dateerde van Karel VII van Frankrijk van ? tot ?.
Agnès Sorel dateerde van Karel VII van Frankrijk van ? tot ?.
Jeanne de Maignelais dateerde van Karel VII van Frankrijk van ? tot ?.
Karel VII van Frankrijk
Karel VII (Parijs, 22 februari 1403 – Mehun-sur-Yèvre, 22 juli 1461) was koning van Frankrijk van 1422 tot aan zijn dood. Hij was de enige nog overlevende zoon van de mentaal gestoorde Karel VI uit het huis Valois en Isabella van Beieren.
Hij oefende aanvankelijk slechts het feitelijk gezag uit over een beperkt deel van het koninkrijk, en moest zich verzetten tegen de aanspraken van de zich eveneens koning van Frankrijk noemende Engelse kindvorst Hendrik VI en zijn oom-regent Jan van Bedford, die met de steun van de Bourgondiërs het gebied ten noorden van de Loire en Gascogne in het zuiden beheerste. Daarom werd hij ook spottenderwijs koning van Bourges genoemd. De Honderdjarige Oorlog met de Engelsen en de machtsstrijd om de troon, de burgeroorlog tussen Armagnacs en Bourguignons woedde volop. Hij leed vermoedelijk aan de bipolaire stoornis: hij werd onder meer verteerd door dwanggedachten over zijn afkomst, omdat het losbandige gedrag van zijn moeder, Isabella van Beieren, schandalen had veroorzaakt. Yolande van Aragón, de hertogin van Anjou, stelde hem onder haar bescherming en zou grote invloed op hem en de Franse politiek uitoefenen. In 1422 trouwde hij met haar dochter, Maria.
In 1420 werd, met het verdrag van Troyes, Karel onterfd en zou de troon na de dood van zijn vader gaan naar Hendrik V van Engeland. Beide koningen stierven kort daarna in 1422.
Een grote rol in zijn morele rehabilitatie als koning speelde het mysterieuze optreden van Jeanne d'Arc. Toen deze, na een aantal spectaculaire militaire successen, de karakterloze Karel ertoe overhaalde zich volgens de traditie tot koning te laten kronen, wat gebeurde in Reims op 17 juli 1429, scheen het tij definitief gekeerd. Karel viel evenwel spoedig daarna terug in zijn apathie en miste de kans tot herstel van de Franse eenheid. Hij deed geen enkele poging om zijn weldoenster Jeanne d'Arc uit handen van de Engelsen te redden.
Hij slaagde er pas in het Franse gezag te herstellen, nadat in 1435 de Bourgondische hertog Filips de Goede zich door de Vrede van Atrecht met hem had verzoend en tegelijkertijd interne tegenstellingen de Engelse weerbaarheid gebroken hadden. In 1444 waren Île-de-France en Gascogne opnieuw onder Karels controle gekomen, in 1449/1450 ook Normandië, en in 1451 Bordeaux en Bayonne.
Belangrijker nog dan het territoriale herstel vormde zijn reorganisatie van leger en financiën de basis van het latere vorstelijk absolutisme. Karel kon hiervoor op uitstekende medewerkers een beroep doen: Pierre de Brézé, Jacques Coeur e.a., terwijl ook zijn maîtresse, Agnès Sorel, zijn aandacht vestigde op de problemen waarmee zijn koninkrijk worstelde, en hem tot energieker reageren aanmoedigde. Op militair gebied werkte hij aan de oprichting van een staand beroepsleger, dat de uitspattingen van de vroegere ongedisciplineerde legerbenden moest uitschakelen. Om deze onderneming te financieren, creëerde Karel belastingen (tailles) die niet onderworpen waren aan de voorafgaande toestemming van de Staten. Op kerkelijk terrein betekende de Pragmatieke Sanctie van Bourges (1438) eveneens een stap in de richting van het vorstelijk absolutisme, omdat daardoor de Franse kerk rechtstreekser onder het gezag van de koning werd geplaatst. Verzet tegen de groeiende koningsmacht rees vooral onder de adel, die onder meer in 1440 revolteerde (de Praguerie), terwijl Karel na 1456 vaak had af te rekenen met de intriges van zijn zoon Lodewijk. In 1454 vaardigde Karel in Montils-lès-Tours de ordonnantie uit dat alle costumen in Frankrijk in de lokale taal moesten worden gecodificeerd. Karel VII liet in Parijs een nieuw paleis bouwen, het Hôtel des Tournelles, in de wijk Le Marais op de site van de huidige Place des Vosges.
Bang om vergiftigd te worden door handlangers van zijn zoon Lodewijk, waarmee hij voortdurend hooglopende ruzie had, at hij vanaf juli 1461 nauwelijks meer en was, toen hij stierf op 58-jarige leeftijd, uitgehongerd.
Lees meer...Antoinette de Maignelais
Antoinette de Maignelais (French pronunciation: [ɑ̃twanɛt də mɛɲlɛ]; 1434–1474) was the cousin of Agnès Sorel, favorite mistress of Charles VII of France until her sudden death in 1450. Married to André de Villequier, one of the king's mignons, she enjoyed a short but fruitful marriage, bearing two sons, until his death in 1454. Antoinette was reportedly her cousin's successor as royal mistress, according to contemporary chroniclers, although she had no children by the king. By 1459 she became the mistress of Francis II, Duke of Brittany. It was rumored that she spied on Charles VII on behalf of his son, Louis XI.
Lees meer...Karel VII van Frankrijk
Agnès Sorel
Agnès Sorel (kasteel Fromenteau (Touraine), 1422 – Anneville-sur-Seine, 9 februari 1450) was de maîtresse van Karel VII van Frankrijk.
Agnès Sorel werd geboren op kasteel Fromenteau in de Touraine rond 1422. Agnès kwam in 1444 aan het Franse hof en voerde het decolleté met ontblote schouders in. Daarmee was ze een echte trendsetter, want vele dames van stand volgden haar voorbeeld. Ze werd de gunstelinge van de Franse koning Karel VII en werd de eerste openlijk erkende maîtresse van de koning, van wie zij onder meer het kasteel van Beauté ontving (in Nogent-sur-Marne bij Parijs). Zij had de titel Dame de Beauté, refererend aan haar schoonheid, maar ook naar de naam van haar kasteel. Zij moest uiteindelijk het hof in Chinon verlaten, omdat de kroonprins, de toekomstige Lodewijk XI, een hekel aan haar had en haar het leven zuur maakte en zij vestigde zich daarna in Loches. Terwijl zij schitterde aan het hof van Karel VII, woonde diens echtgenote, koningin Maria van Anjou, teruggetrokken op haar kasteel.
Op de koning heeft Agnès Sorel een gunstige invloed uitgeoefend. Zij wist hem van zijn manische en depressieve episoden af te helpen, en stimuleerde hem wellicht bij zijn inspanningen om de strijd tegen de Engelsen voort te zetten en van Frankrijk weer een welvarend land te maken. Uit hun verhouding werden vier kinderen geboren. Na de geboorte van het jongste kind overleed zij in Jumièges, waar zij zich bij Karel VII had gevoegd, die op veldtocht was. Men vermoedt dat de kroonprins (de latere koning Lodewijk XI) haar heeft vergiftigd. Haar lichaam werd overgebracht naar Loches en in de kapittelkerk Saint-Ours bijgezet. De kanunniken, aan wie zij met gulle hand schenkingen had gedaan, vroegen aan Lodewijk XI de toestemming om haar graftombe naar het kasteel over te brengen. Dat was voor hem geen punt, op voorwaarde dat de giften dezelfde weg zouden gaan. De kanunniken drongen dus niet verder aan.
Haar prachtig grafmonument, dat tijdens de Franse Revolutie werd beschadigd, werd onder Napoleon gerestaureerd in Parijs en in 2005 naar de kapittelkerk Saint-Ours in het Kasteel van Loches overgebracht waar het nu te bezichtigen is.
Lees meer...