Van wie was Lodewijk Xiv Van Frankrijk?

Françoise Thérèse de Voyer de Dorée, known as Mademoiselle de Dorée (fl. 1712) was a French courtier. She is known for her affair with Louis XIV in 1681.

Dorée was born to René de Voyer, Segnieur de Dorée, Comte de Dorée, a member of the Royal Council, and Diane-Marie Joubert (d. 1683), one of the deputy governesses of the children of the king and Madame de Montespan.

Dorée was the unofficial lover of king Louis XIV of France in 1681; it was a temporary affair after the death of Marie Angélique de Scorailles. The affair caused a scandal at court and it was rumoured that Madame de Montespan had arranged it to disturb the relationship between the king and Madame de Maintenon. The affair was temporary and ended quickly, and it was said that Madame de Maintenon asked the king to promise afterward that he would no longer sin in the future.

Dorée served as maid of honour to the king's daughter the Duchess of Bourbon between 1685 and 1686. She was banished to a convent in 1686. She was reportedly the mistress of Louis, comte de Cominges, in 1689. She was noted to have been an heir of the will of Cominges upon his death in 1712.

Marie-Antoinette de Rouvroy, comtesse d'Oisy, även känd som Mademoiselle de Rouvroy, född 1660, död efter 1721, var en fransk aristokrat. Hon var mätress till kung Ludvig XIV av Frankrike under år 1681.

Hon var dotter till Pierre de Rouvroy, seigneur de Puys (1617-1674) och Ursule de Gontery (1623-1685).

Hon var hovfröken till kungens svägerska Elisabeth Charlotte av Pfalz mellan 1690 och 1694. Hon avslutade sin anställning när hon gifte sig med Jean -Eustache de Tournay d'Assignies, greve av Oisy (d. 1716). Hon nämns 1721, då regenten fortsatt utbetalade hennes hovpension.

Hon beskrivs i Saint-Simons memoarer.

Catherine-Henriette Bellier, baroness de Beauvais (French pronunciation: [katʁin ɑ̃ʁjɛt bɛlje]; Poitou, 1614 – 7 June 1689 in Arrou), was a French courtier, best remembered as the first mistress of King Louis XIV of France.

Marie-Élisabeth "Isabelle" de Ludres, Marquess of Ludres (1647 – 28 January 1726) was a French noblewoman and lady-in-waiting, known for being the mistress of Louis XIV, King of France between 1675 and 1676.

Bonne de Pons d'Heudicourt (Poitou, 1641 - Parijs/Versailles, 1709 was een Franse edelvrouwe en maîtresse van koning Lodewijk XIV van Frankrijk.

Maria Mancini (Rome, 28 augustus 1639 — Pisa, 11 mei 1715) was de middelste van de vijf dochters van Michele Lorenzo Mancini en Geronima Mazarini, een zus van kardinaal Mazarin. Ze had ook nog drie broers; Paul, Philippe en Alphonse.

Toen Maria in 1652 samen met drie van haar zussen door haar oom vanuit Rome naar Frankrijk gehaald werd om een voordelig huwelijk aan te gaan, bracht ze eerst enige tijd door bij haar oudste zuster Laura in Aix-en-Provence. Na haar aankomst in Parijs kreeg ze eerst anderhalf jaar onderricht in het Visitatieklooster van Saint-Antoine. In 1655 kwam ze in de hofkringen van het Louvre terecht. De mooie Mancinizussen en hun twee nichten stonden er al gauw bekend als de Mazarinettes en werden onder de hoede genomen door Anna, de koningin-moeder. Maria bezocht de literaire salons van Madame de Rambouillet en Madame de Sablé. In 1657 werd Maria de eerste grote liefde van Lodewijk XIV. Ze had een zeer grote invloed op de jeugdige koning. Hij begon zich voor literatuur te interesseren en zich te distantiëren van zijn moeder en kardinaal Mazarin. Beiden dachten aan trouwen, maar de kardinaal en de koningin-moeder waren er tegen. De platonische relatie eindigde toen Lodewijk zich gedwongen verloofde met prinses Maria Theresia van Spanje teneinde de Vrede van de Pyreneeën te bezegelen en een einde te maken aan de jarenlange uitputtende oorlog met Spanje. Maria Mancini werd van het hof verwijderd.

In 1661 trouwde Maria met Lorenzo Onofrio, vorst van Colonna (1637-1689), nadat een verbintenis met de hertog van Lotharingen mislukt was. Het echtpaar steunde in Rome de kunsten en het theater en de salons in het Palazzo Colonna wedijverden met die van de voormalige koningin Christina I van Zweden, die aan de overzijde van de Tiber woonde. Maria kreeg drie kinderen maar had een ongelukkig huwelijk. Haar man was haar ontrouw en ze vluchtte in 1672 samen met haar zuster Hortensia weer naar Frankrijk. Van hieruit reisden ze door half Europa en leefden in verschillende kloosters, vanaf 1675 voornamelijk in Madrid. In 1677 schreef ze haar memoires en ze was na Margaretha van Valois (koningin Margot) een van de eerste vrouwen in Frankrijk van wie een dergelijk werk gepubliceerd werd. Nadat haar man in 1689 was overleden reisde ze weer naar Italië en stierf daar in 1715, in hetzelfde jaar als haar jeugdliefde Lodewijk XIV.

Maria's uitgebreide correspondentie, - zij correspondeerde veertig jaar met een andere jeugdliefde Atto Melani -, bleef grotendeels bewaard en wordt bewaard in het Colonna familiearchief in het klooster van Santa Scolastica in Subiaco.

Louise Françoise de La Baume Le Blanc, hertogin van La Vallière (Tours, 6 augustus 1644 — Parijs, 7 juni 1710) was tussen 1661 en 1667 de eerste maîtresse van Lodewijk XIV van Frankrijk. Aan het hof werd er niet geheimzinnig over gedaan dat de Zonnekoning, naast zijn gearrangeerd huwelijk, ook een maîtresse had.

Marie-Rosalie de Piennes, marquise de Châtillon, född 1665, död 1735, var en fransk hovdam. Hon var mätress till kung Ludvig XIV av Frankrike under år 1682.

Hon var dotter till Antoine de Brouilly, marquis de Piennes (1611-1676) och Françoise Godet (1630-1678). Hon gifte sig 1685 med Alexis-Henri, marquis de Châtillon (1650-1737). Hon separerade från sin make 1693.

Hon var dame d’atours åt kungens svägerska mellan 1689 och 1706. Hon gick i pension på egen begäran 1735.

Claude de Vin, Mademoiselle des Œillets (Provence, 1637 - Parijs, 18 mei 1687) was een Franse hofdame en maîtresse van Lodewijk XIV van Frankrijk.

Julie de Châteaubriant (1668–1723) was a French aristocrat. She had a reputed affair with king Louis XIV in 1683, and have been called the last mistress of Louis XIV.

Marie Madeleine Agnès de Gontaut (1653–1720) was a French aristocrat.

Anne-Madeleine de Conty d'Argencourt est née en 1637, baptisée le 20 septembre 1641 à Montpellier et morte le 8 janvier 1718. Elle est l'une des maîtresses de Louis XIV.

Elle lègue à sa mort son immeuble à Montpellier à l'Œuvre des Sœurs de la Miséricorde, dont elle était membre.

Marie Angélique de Scorailles (Auvergne, 1661 - Port-Royal, 28 juni 1681) was een Franse edelvrouwe en een maîtresse van koning Lodewijk XIV van Frankrijk. Ze werd door de abbé de Choisy omschreven met de woorden "zo mooi als een engel en zo dom als een ezel".

Olympia (Frans: Olympe) Mancini), gravin de Soissons (Rome, 11 juli 1638 - Brussel, 9 oktober 1708) was een nicht van kardinaal Mazarin en een belangrijke figuur aan het hof van koning Lodewijk XIV van Frankrijk. Ze was de echtgenote van graaf Eugenius Maurits van Savoye-Carignano en moeder van de veldheer Eugenius van Savoye.

Françoise "Athénaïs" de Rochechouart (Lussac-les-Châteaux, 5 oktober 1640 — Bourbon-l'Archambault, 27 mei 1707), markiezin van Montespan, was een hofdame en de maîtresse van koning Lodewijk XIV van Frankrijk van 1667 tot 1679. Ze is beter bekend als madame de Montespan.